DE MENS & ZIJN MAKER is het tweede congres in serie De Grote Vragen. Tijdens dit congres staat de mens centraal: hebben wij een Maker gehad en hoe denken we over het verslag uit de paradijs tuin? Wat is de boodschap van het fossiele archief en ons DNA? We hebben het over ons bewustzijn, ziekte en genezing, de moeite met het lijden en eeuwig leven. We sluiten af met de intenties van de Maker.
Het congres wordt gehouden in Gebouw 055 Condorweg 1 7332 AC Apeldoorn
Deze locatie is enkele minuten lopen van Centraal Station Apeldoorn.
Er zijn 120 eigen gratis parkeerplaatsen (inclusief gehandicaptenparkeerplaatsen)
De toegang voor deze dag bedraagt € 15.
U kun u hier aanmelden en gelijk betalen via iDeal.
Dagvoorzitters: drs. Tom Zoutewelle & Peter van der Weerd
Door de geschiedenis heen heeft de mensheid geprobeerd het bestaan van het universum te verklaren. In deze lezing zullen we de meest bekende kosmologische argumenten voor een geschapen universum onderzoeken. Gezien het feit dat het universum een begin heeft, zoals astronomische gegevens aantonen en de Bijbel stelt, wat heeft het dan veroorzaakt? Moderne kosmologen beweren dat een vacuümfluctuatie het universum tot stand heeft gebracht. Dit argument, hoewel op het eerste gezicht overtuigend, blijkt onjuist te zijn. Het universum kan alleen worden verklaard door een eerste externe oorzaak. Maar er is meer: het universum bestaat niet alleen, maar het vertoont ook vele zeer geordende en nauwkeurig afgestemde kenmerken die allemaal wijzen op een Schepper die het universum geschapen heeft met het doel, dat er leven in kan bestaan.
Over Peter Korevaar:
Peter Korevaar studeerde natuur- en sterrenkunde in Utrecht en promoveerde in Utrecht in 1989. Daarna verhuisde hij naar Duitsland en woont nu met zijn vrouw Heleen in de buurt van Heidelberg. Ze zijn lid in de Freie evangelische Gemeinde in Sinsheim-Hoffenheim en hebben 5 kinderen en 7 kleinkinderen, die alle eveneens in Duitsland wonen. Peter werkte 30 jaar bij IBM als logistiek consultant en is sinds enige jaren met pensioen. Peter is actief bij de Duitse organisatie Wort und Wissen als bestuurslid en vrijwillig medewerker in de vakgroep kosmologie en natuurkunde. Hij houdt voordrachten in het binnen- en buitenland over sterrenkundige en natuurkundige thema’s. In de laatste jaren leidde hij bij Wort und Wissen een onderzoekgroep, die klimaatveranderingen bestudeerde. Het resultaat daarvan is intussen online beschikbaar onder wort-und-wissen.org/artikel/klimawandel (in het Duits)."
De buren van het oude Israël kenden ook aspecten uit de geschiedenis van de paradijstuin (in) Eden en herinnerden zich aan de mensen uit de tijd van de zondvloed en de tijd erna. De lezing laat zien dat elementen van het tuinverhaal - zoals de locatie van de tuin, de boom des levens, de slang, de cherubijnen - gedocumenteerd zijn in oude beeldkunst en oude inscripties en dat ze doen denken aan het verhaal in Genesis. De jager-held Nimrod komt ook voor in mythen uit Mesopotamië rond 2000 v.Chr. De lezing zal tevens ingaan op theorieën inzake de locatie van de paradijstuin.
Over Peter van der Veen:
Dr Peter van der Veen is wetenschappelijk medewerker bij Wort und Wissen. In 1989 voltooide hij zijn theologische studies aan de protestantse theologische faculteit in Leuven (België) met een scriptie over de overeenkomsten tussen de Amarna-brieven en het boek Samuël. In 2005 promoveerde hij aan de Universiteit van Bristol (Engeland) op de chronologische betekenis van de lokale officiële zegels uit Israël en Jordanië aan het einde van het Judese koninkrijk. Het onderzoek van Peter van der Veen richt zich op de chronologische vragen die gesteld worden over oudtestamentische gegevens in relatie tot de archeologische tijdtabel en het onderzoek van oude teksten op zegels en kleitabletten.
Vaak wordt beweerd dat fossiele vondsten zoals de beroemde ‘Lucy’ een evolutie van de mens uit aapachtige voorouders zouden bewijzen. Een nauwkeurige bestudering van de gegevens wijst echter op een afzonderlijke schepping van mensen en verschillende groepen mensapen. Benjamin Scholl presenteert hierover centrale resultaten uit vier decennia scheppingsonderzoek.
Over Benjamin Scholl:
Benjamin Scholl (1990) studeerde biologie en maatschappijleer om leraar te worden in het voortgezet onderwijs in Jena. Na het behalen van zijn tweede staatsexamen begon hij in 2016 te werken als docent biologie en maatschappijwetenschappen aan het Protestantse Schoolcentrum in Chemnitz. Sinds februari 2022 is hij werkzaam als wetenschappelijk medewerker op het gebied van biologie, paleontologie en didactiek bij Wort und Wissen. Hij is met name geïnteresseerd in de uniciteit van de mens als Gods geschapen evenbeeld vanuit een interdisciplinair perspectief. Zijn hart klopt voor de Bijbel, biologie en onderwijs – en hij wil zijn inzichten graag delen via artikelen, online video's en lezingen.
De vaak geciteerde schatting uit 2005 dat het menselijk en het chimpanseegenoom slechts 1,2% van elkaar verschillen, wordt vaak aangehaald om de gedachte van gemeenschappelijke afstamming met apen te ondersteunen. Die schatting was echter uitsluitend gebaseerd op variaties in individuele basen (SNP’s) binnen overeenkomende sequenties, terwijl structurele verschillen grotendeels buiten beschouwing werden gelaten.
Dankzij nieuwe technologieën en uitgebreidere genoomanalyses is inmiddels een veel genuanceerder beeld ontstaan: ongeveer 15% van het genoom van mens en chimpansee verschilt. In aanzienlijke delen overlappen de genomen zelfs helemaal niet. Dit is een bevinding die ook door evolutionair biologen wordt erkend, al wordt het belang ervan vaak gebagatelliseerd.
Juist in deze verschillende gebieden bevinden zich kenmerken van genetische uniciteit die de mens biologisch onderscheiden – met name in regio’s die verband houden met mensspecifieke eigenschappen zoals taal, abstract denken en neurocognitieve ontwikkeling. De evolutionaire kloof tussen mens en mensaap blijkt daarmee veel groter dan lange tijd werd aangenomen.
Borger toont de werkelijke verschillen tussen mens- en chimpansee-organismen en maakt duidelijk wat die betekenen. Dat beide organismen een gemeenschappelijke voorouder zouden hebben, wordt daarmee wel heel erg onwaarschijnlijk.
Over Peter Borger:
Peter Borger (MSc, PhD) studeerde biologie met een focus op biochemie en moleculaire genetica. Hij heeft onder andere lesgegeven en onderzoek gedaan aan de universiteiten van Groningen (Nederland), Sydney (Australië), Basel en Zürich (Zwitserland). Als expert op het gebied van moleculaire biologie van genexpressie en signaaltransductie heeft hij meer dan 70 artikelen gepubliceerd in toonaangevende internationale tijdschriften. Momenteel werkt hij aan het niet-eiwitcoderende deel van het genoom en hoe dit betrokken is bij het genereren van variatie en soortvorming. Hij geeft lezingen en schrijft artikelen over deze en aanverwante onderwerpen. Hij is over het algemeen geïnteresseerd in hoe moleculaire biologie kan worden begrepen vanuit het perspectief van de schepping. Hij gelooft dat het de verantwoordelijkheid van wetenschappers is om het publiek zo objectief mogelijk voor te lichten, zodat mensen zelf weloverwogen beslissingen kunnen nemen over hun overtuigingen.
Onze hersenen zijn betrokken bij alles wat we doen en maken ons tot wie we zijn. We komen er steeds meer over te weten, en ik neem u graag mee in de wereld van het brein. Bewust zijn van wat zich in de hersenen afspeelt helpt, bijvoorbeeld in onderwijs, opvoeding of sociale interactie. In mijn onderwijspraktijk ontwikkel ik met collega's de aanpak Breinbewuste leerstrategie voor leerlingen, leraren en ouders. Kennis van de hersenen die helpt begrijpen wat nodig is voor leren, lesgeven en opvoeden.
Over Jan Jaap Wietsma:
Jan Jaap Wietsma (1961) studeerde biologie en promoveerde in de neurowetenschappen (visueel systeem) in Amsterdam. Vanaf 1994 werkzaam als docent aan Greijdanus (Zwolle) in de vakken biologie, algemene natuurwetenschappen en nu nlt (natuur, leven en technologie). Verbonden aan Universiteit Twente (Pre-U) voor opleiding, nascholing en onderwijsontwikkeling in de bètavakken. Vanaf 2019 landelijk voorzitter van de vakvereniging NVON, voor docenten en toa's in de bètavakken. In vrije tijd actief met (kerk)muziek en kunstschilderen. Gehuwd, drie kinderen en twee kleinkinderen.
Dick Kruijthoff is een Nederlandse huisarts en wetenschapper die vooral bekend werd rondom zijn onderzoek rondom mogelijke gebedsgenezing. Nadat hij in zijn praktijk een bijzonder geval van genezing na gebed tegenkwam, besloot Dick Kruijthoff, tot voor kort huisarts in Bleskensgraaf, na te gaan of er meer mensen zijn die zoiets menen te hebben meegemaakt. Hij wijdde er een proefschrift aan: “Healing after Prayer, an interdisciplinary case study” aan, waarop hij promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Onlangs verscheen zijn boek “Onvermoed aangeraakt” bij uitgeverij KokBoekencentrum, een gepopulariseerde versie van zijn proefschrift.
Over Dick Kruithoff:
Op 1 april 1958 werd Dick Kruijthoff bevallen van zijn huisarts in Strijen, Nederland. Hij groeide op in hetzelfde dorp, ongeveer 30 km ten zuiden van Rotterdam. Hij trouwde in 1982 ook met zijn vrouw in Strijen. Samen wonen ze sinds 1992 in Bleskensgraaf, een typisch Nederlands dorp met molens en groene weilanden. Vier kinderen groeiden op in Bleskensgraaf. Medisch werk in Afrika en de algemene huisartsenpraktijk waren de belangrijkste vaste bezigheden. Het was een voorrecht om ongeveer 5 jaar in Afrika te werken. Terug in Nederland was het ook een voorrecht om in een plattelandspraktijk te werken, met thuisbevallingen en basistraumatologie als onderdeel van het werk. En er was die belangrijke dimensie van continuïteit in de huisartsenpraktijk. Ziekten worden met regelmatige tussenpozen waargenomen en patiënten hadden ook een relatie met deze ziekten. Het was een verrassing om de veranderingen te zien die optraden bij een paar patiënten die na gebed genezing ervoeren. Zo'n opmerkelijk herstel in 2007 leidde tot de promotiestudie aan de VU Amsterdam. Een studie die niet voorzien was, maar des te uitdagender en inspirerender.
Sommigen zien ziekte en leed als straf op de zonde door een toornende God, anderen zien God hierdoor als de grote Afwezige. Weer anderen kunnen door alle dood en verderf niet meer in God geloven. We betreden hier het terrein van de Theodicee, oftewel het spanningsveld tussen Gods liefde en almacht enerzijds en de grote ellende op aarde anderzijds.
Over Frank Visscher:
Frank Visscher (1958) is neuroloog en kinderneuroloog; hij heeft na zijn opleiding in Amsterdam (Vrije Universiteit) meer dan dertig jaar in Zeeland gewerkt; hij ging vervolgens gedeeltelijk met pensioen en werkt nu als neuroloog in Dirksland en als GGZ-arts bij ELEOS. In 2024 behaalde hij zijn Mastergraad in de Theologie (Theologische Universiteit Apeldoorn). Hij is ouderling van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Goes. Hij is gehuwd, heeft 3 kinderen en 9 kleinkinderen.
Hans Degens behandelt de vraag of eeuwig leven mogelijk is. In de natuur zijn enige aanwijzingen voor eeuwig levende organismen en een herhaalde observatie in de natuur is dat de levensduur van organismen langer wordt wanneer de kans op predatie verminderd is. Is eeuwig leven wellicht mogelijk wanneer de kans op sterven door een ongeluk tot nul verminderd is? Zijn we misschien gemaakt voor eeuwig leven, maar is er iets fout gegaan?
Over Hans Degens:
Hans studeerde biologie aan de Landbouwuniversitiet Wageningen en promoveerde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen in 1993. Sinds die tijd heeft hij als post-doctoraal onderzoeker gewerkt aan the University of Liverpool (UK), Karolinska Instituut (Sweden), University of South Florida (USA) and Universiteit Maastricht. Daarna werd hij universitair docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen, en vervolgens werd hij aangesteld aan de Manchester Metropolitan University (UK) waar hij sinds 2015 Professor was. In datzelfde jaar werd hij Head Researcher aan de Litouwse Sport Universiteit, and ontving een eredoctoraat van die universiteit in 2017. Hij was voor enige tijd consultant voor het Duitse Lucht en Ruimtevaart instituut in Keulen. Thans is hij met emiraat.
Schepsel zijn betekent (per definitie) dat dat het bestaan een geschenkkarakter heeft en mysterie is. Wetenschap kan dit wel bevestigen, maar niet ontkrachten (epochè). Dit geschenkkarakter is de voedingsbodem voor zingeving van mensen, en vindt zijn grond in Gods ‘welbehagen’. Hierin is de scheppingsdaad van God anders en uniek. Hij schiep uit het ‘niets’ (Hebr. 11:3), zonder uiterlijke of innerlijke noodzakelijkheid. De wereld kwam uit vrijheid voort, uit Gods welbehagen (eudokia) en staat daarmee permanent in het teken van vrijheid. Ook al sturen talloze determinanten bij (als creatio continua), mensen zijn erop gemaakt om vrij te zijn en daarin hun geluk te vinden. Waar het mysterie uit het leven wordt gerukt, vindt zelfoverschatting plaats, en worden de gevolgen onderschat. Het grote onbehagen dat in de westerse cultuur voelbaar is, komt daaruit voort.
Over Henk Bakker:
Henk Bakker (1960) is Full Professor aan de School of Theology & Religion, verbonden aan de Faculteit Sociologie en Geesteswetenschappen gevestigd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij promoveerde in de vroege christelijke literatuur in Groningen en heeft zowel over het Nieuwe Testament als over de vroege patristiek gepubliceerd. Hierbij heeft hij altijd gezocht naar de relevantie voor mensen van nu, gelovig of niet.